Caesar Claudius Mazzetti (de Machet, Machetti)

Caesar Claudius Mazzetti (de Machet, Machetti) (M), geboren in 1550, gestorven op 10 februari 1622 te Bolsward.

Voorouders

Kinderen

Ouders

Broers en zussen

    Echtgenoten

    Notities

    7462 MAZETTI (DE MACHET, MACHETTI), Caesar Claudius, b. Frinco (Italy) 1550,
    d. Bolsward 10-2-1622, m.
    7463 LUNSING(H)A, Mayke Arents, b. 1565, d. Bolsward 5-9-1628
    a) Claudius, b. Bolsward 1588, d. Italy 1658
    b) Catalina, b. Bolsward 1590, d. Bolsward 1654, m. there 7-5-1615
    Douwe Tymens Eysema
    c) Jeroentje, see 3731
    d) Trijntje, b. Bolsward 1596, d. there 4-10-1654, m. Bolsward 17-5-1624
    Frederik Bothes
    e) Franske, b. Bolsward 1599, m. Burgwerd/Hichtum 17-5-1624 Matthias C.
    Walsweer


    Rond 1580 'landt' een Italiaanse Edelman in Bolsward. Hij stamt uit een oude Italiaanse adellijke bankiersfamilie die zijn oorsprong heeft in Bologna. Zij zijn later naar Savoije uitgewaaierd en zo uiteindelijk in de Italiaanse provincie Piemonte terechte gekomen, deze provincie viel in het verleden onder het koningshuis van Savoije.
    In de middeleeuwen vinden we een aantal Mazzetti's, ook geschreven als Machet terug in Parijs. Landuce Machet ondersteunt (financieel) de toenmalige Franse koning Philips de Schone en speelt een rol in de slag van de Gulden Sporen in Vlaanderen. Hij en zijn zoons belanden hierdoor in Vlaanderen en krijgen daar nakomelingen. De Belgische historicus Paul Rogghé heeft hierover een interessant stuk gepubliceerd. De nakomelingen zijn te vinden op de site van de familie de Baets.

    De geslachtsnaam wordt in verschillende landen op verschillende wijzen geschreven. Voorbeelden zijn : Macet, naast Macett, Machet, de Machet, Macetti, Mazetti, Mazzetti, Mazet en Mazeth. De oorspronkelijke naam is waarschijnlijk Maccii. In Frankrijk zijn nu nog Machet's terug te vinden. Hierbij is het aardig te wijzen op Gerard Machet, cardinal français, confesseur de Charles VII né vers 1380 á Blois, mort le 17 juillet a Tours, 1391 entra au collège de Navarre á Paris, docteur en théologie 1411, chargé de présider l'interrogatoire de Jeanne d'Arc (Mars 1429) il accueillit cette héroine avec une sympathie bienveillante etc".
    Zijn schrijven is bewaard in de Bibliotheque Imperiale in Parijs.

    Het begin van de stamboom is bij de vier broers : Giovanni, Domenico, Giovanni Ercole and Nicoletto

    Rond 1580 komt Caesar Claudius Macett vanuit Piemonte naar Bolsward. Piemonte is een provincie in Italië waarin o.a. Turijn zich bevindt. Hij had als vrijheer een kasteel in Frinco en was medeheer van Salugien in Monteferrat en was net als zijn voorouders bankier. Waarom hij naar Bolsward kwam is nog onduidelijk maar feit is dat hij daar trouwt en 4 dochters en 1 zoon krijgt. Hij overleed in 1622 en ligt begraven onder het orgel in de Martini Kerk.

    Hij wordt het eerst genoemd, als taeffelhouder (bankier) binnen Bolsward in 1586 in de stedepachten van de Nyehofstraat waar hij de percelen 1-3 in zijn bezit heeft. Op 16 maart 1603 koopt hij met "Mayke syn wyff" het "brouhuijs en mouterije staande binnen desen stede op 't Groot Sand" voor 1429 goutguldens en 18 stuivers. In diezelfde tijd wordt hij uit zijn goederen in Italië gezet, waaronder zijn kasteel, omdat hij zich onder kettersen (in dit geval 'niet katholieken) bevindt. Zijn neef Ercole (Hercules) neemt het over. De enige zoon van Caesar probeert het in 1658 nog terug te krijgen, door o.a te lobbyen bij keizer Ferdinand III (Wenen) maar hij wordt bij zijn komst in Italië d.m.v. een pastei vergiftigd.

    Zijn vier dochters, Catalina, Jeroentje, Trijntje en Franske, trouwen allen. Catalina trouwt met een burgemeesterszoon, Douwe Sijmens Eysma. Afstammelingen van dit huwelijk kunnen we vinden op de volgende sites : http://brontesisters.tripod.com/frinco/ en van Y.Houkes-Winter
    Trijntje trouwt met burgemeester Frederik Bothes en Franske trouwt met dominee Matthias C. Walsweer.
    Jeroentje trouwde eerst met de broer van de bekende Friese dichter Gysbert Japicx (Holckema), Evert Jaocbs. Haar tweede huwelijk was met Ynthe Symens Ynthema. Hun achterkleindochter Jeltje van der Veen trouwde met Frans Arjens van der Hauw.
    De laatste Machet in Nederland vinden we in 1807 toen een J.J. Machet in Amsterdam een boekje deed verschijnen met de titel: De Fransche parfumerie.



    Caesar Claudius was a member of the Mazzetti family -- an old Italian noble family of bankers.

    His birthdate is not known, biut he was probably born about 1560 in or near Frinco, Italy, in the Piedmont region. He arrived in Bolsward, the Netherlands, around 1580, although the actual date of his immigration from Italy to the Netherlands is not known. The reason he left Italy also is not known.

    Caesar is first mentioned in the records of Bolsward in 1586, where he leased space on Nyehofstraat (a street name that no longer exists). He had lots 1 t / m 3 in his possession there. On July 1, 1602 Cesar received his license for a Bank Loan, and a notation in 1603 in the proclomation book identifies him "Taeffelholder in Bolsward " -- i.e., he was a banker or had a pawn shop .

    There is a stone relief dated 1600 is in Lommertsteeg (Pawnshop alley) in Bolsward, and it is said to be a portrayal of Caesar.

    The gravestone for Ceasar and his wife in the church in Bolsward is located under the organ loft. The tombstone is embossed with the surname Macett. The tombstone refers to Caesar as a lord of Frinco and Saluggia (another small town in the Piedmont province of Italy).

    The Mazzetti family name is notated differently in different countries and at different times. Other examples are Macet, Machet, de Machet, Macetti, Mazetti, Mazet, and Mazeth. The original version is probably Maccii.

    The Mazzetti pedigree begins with four brothers: Giovanni, Domenico, Giovanni Ercole and Nicoletto. The family had its roots in Bologna. From there they moved to Savoy (France), and in 1442 the four brothers bought the castle in Frinco, which is in the present day province of Asti in the Piedmont region of Italy. At that time, however, the Prince of Savoy governed the region.

    The Mazzetti family was one in a series of families that governed the commune of Frinco and other nearby regions in Asti. They were one of the "Casane Astigiane," Italian for "Houses of Asti," which were the major family banking houses of Asti in the middle ages. Their economic activities included currency exchange and lending.

    Frinco was granted to the Pelletta family in about 1250, although little is known about them. In 1342 Antonio and Turchetto Turco took over Frinco from the Pelletta family. (The Turco family was also known as Turchi, Turci or Turco dei De Castello). Their accession to noble status can be traced to their increased wealth through banking, lending and property investment, starting in the 11th and 12th centuries. By 1270 they began to operate at an international level, receiving privileges in Flanders (in particular the towns of Valenciennes, Binche and Maubeuge), and in Savoy, and by lending to the Counts of Hainaut and Namur.

    On August 1, 1442 Andreotta Turco, daughter of Antonio, sold her interest in Frinco and a palace in Asti to three Mazzetti brothers, Giovanni, Nicoletto and Domenico and their grandchildren, sons of the late fourth brother Paul, Andrew, and Antonietto Catalan.

    In 1829 the dynasty died out with Paolo Mazzetti. Frinco was acquired by the Marquis Camerana, the brothers Giulio and Eugenio of Roero Settime. Frinco was no longer a feudal lordship, only private property, due to the abolition of all noble privileges following the French Revolution. The Cameranas sold their possessions on May 30, 1893 to the congregation of the Oblates of St. Joseph of Asti. The castle became the summer home for the students of the Gymnasium and Lyceum and for their novices.

    In 1935 Frinco became part of the province of Asti. In the 1960s, the castle was bought by the a company, Morlini, which invested there in a poultry farm. That firm later failed, and in 1992 the family Pica Alfieri purchased it at an auction. In 2008, the castle was sold to the real estate company Daupher. However, Daupher declared bankruptcy in mid-2012. Gianfrano purchased the castle in 2014 with the aim to restore it.

    The Mazzettis received the right in the 15th Century to mint coins, although reportedly they did not do so until the mid-1500's. The coat of arms pictured is from the New Hub Coin Book published in 1905 in New York and relates to the Mazzettis who secured minting rights. The copper coin of Frinco was known as a Chiavarino, issued by the Counts Ercole and Claudio Mazzetti (1581-1601). The word Chiavajo in Italian means the Keeper of the Keys, and the coin receives its name from the Papal type of the keys and tiara which appear on this issue.

    The coin pictured is from 1660. A website description (poorly translated) states: FRINCO HERCULES and CLAUDIO Mazzetti (1581-1584) Counterfeiting of the Thaler 1660 type Netherlands. D / figure in armor above the emblem R / Lion rampant. Gamb. 634 Mi (suberata) 25.2 g. Gamberini, in his work on imitation and counterfeit currency in the world (Part IV), attributes this Tallero to a brand unknown Lombard or Piedmont.

    According to a 1908 Numismatic book, a coin (known as a sesino) minted by the Mazzetti's between 1582 and 1604 bore the motto, "Help us, O Lord" (ADJVVA NOS DOMINE DEVS).

    Caesar was a Liege Lord (i.e., a lord to who loyalty was owed by certain subjects) Salugien and Monteferrat (a district in the Piedmont region of Italy) and had a castle in Frinco, which was a small town in the middle of Piedmonte Like his ancestors he was a banker. Why he moved to Bolsward is uncertain.

    Caesar is first mentioned as a taeffelhouder (banker) in Bolsward in 1586 in "de stedepachten" (rent register), which indicates he owned houses numbered 1-3 on Nyehofstraat. On March 16th, 1603 he and his wife Mayke bought the brewery located at 't Groot Sand (a street) for the amount of 1429 golden florins and 18 pennies.

    At the same time, his nephew Ercole (Hercules) confiscated Caesar's properties in Italy, including his castle.

    In or about 1610, records of the archives in Asti indicate that Caesar was declared a "heretic" because he had converted in the Netherlands to Calvinism.

    Caesar died in 1622 and is buried under the organ -- the most important spot -- in the Martini Church in Bolsward.

    In 1658 Caesar's only son tried to repossess the lost properties in Italy by lobbying at the court of the Austrian Emperor Ferdinand III, in Vienna. However, at his return in Italy he was, reportedly, poisoned with a pasty.

    Caesars four daughters -- Catalina, Jeroentje, Trijntje and Franske -- all married. Catalina married a son of the mayor, Douwe Sijmens Eysma. Trijntje married Major Frederik Bothes. Franske married Reverend Matthias C. Walsweer.

    Jeroentje married first the brother of the famous Frysian poet Gysbert Japicx (Holckema), Evert Jaocbs. Her second marriage was to Ynthe Symens Ynthema.

    The last Mazzetti (Machet) in the Netherlands lived in 1807 in Amsterdam when a J.J. Machet wrote a booklet entitled The French Perfumery.

    The family Mazzetti also acquired a castle south of Frinco near Asti, known today as the Palazzo Mazzetti. The palace was built on land that included a massive fortified house belonging to the family Turkish. A record from 1442 reflects the purchase of assets and funds of the Turkish family. According to the latest assumptions, it is likely that before the building, there were small houses, gradually purchased by Mazzetti, and in the seventeenth century, began the unification of the buildings with the construction of the palace. In 1730 there was the realization of the gallery on the first floor. Development continued in 1751 with the construction of the facade, the atrium, the staircase and east gallery.